Hyperpersonalisering fail

Ik stapte de poort van mijn appartementencomplex uit en werd getroffen door de belettering van de auto van een bouwbedrijf. De voormalige viswinkel krijgt een nieuwe bestemming. Leuk.

Op de auto stond: Goetheer en Huissoon ZOEKT JOU! Een goede heer vond een huiszoon, maar waarom zoeken die twee mij?

Ze hadden geluk dat ik net langsliep, anders had ik het nooit geweten. Ze hadden ook aan kunnen bellen natuurlijk. Ik woon per slot van rekening boven het pand.

Ik zag door een zijdeur van de viswinkel werklieden bezig de boel te verbouwen. Ik stapte naar binnen en vroeg aan zo’n lied: Wie is hier de baas?

Het werklied keek verbaasd op en knikte vervolgens met zijn hoofd naar het hoofdlied. Ik liep naar hem toe en zei: Oké, goed dat het op jullie wagen stond. Maar hier ben ik dan. Hadden jullie mijn telefoonnummer niet, of zo?

‘Huh?’ vroeg de man.

Nou, ik bedoel, jullie zijn hier druk bezig, terwijl jullie blijkbaar mij moeten hebben. Waarom bel je dan niet of bel je niet aan?

‘Wat bedoel je?’ Hij keek alsof hij zaagsel in zijn ogen had. En dat had hij ook.

Nou, op je busje staat dat jullie mij zoeken. Toch? Of is er hier sprake van een misverstand?

Toen ooit iemand in arbeidscommunicatie bedacht dat het leuk was om mensen direct aan te spreken, was dat even… uh… heel leuk. Dat was waarschijnlijk Uncle Sam die soldaten zocht voor zijn oorlog in Vietnam. Op posters stak hij een priemende vinger uit en zei “I need you”. Superleuk tot ze daar soldaat gingen spelen.

Zoiets werkt even. En dan werkt het niet meer. Nieuw wordt oud. Het werkt ook niet omdat hyperpersonalisering zo onpersoonlijk is als de pest. Een paradox.

Ze zochten mij dan ook helemaal niet. Niet gek, want ik kan amper een hamer vasthouden. Maar ze zoeken ook niet de moeder met kinderwagen of de man in de rolstoel of de magere restaurantchef van hiernaast. En toch liepen die allemaal voorbij.

Ze zoeken niet JOU maar mensen die tijdens hun werk lied kunnen zijn.

Ligt aan het medium, natuurlijk. Met belettering spreek je iedereen aan die in het zichtveld van je busje komt. En als er dan eindelijk een potentieel werklied voorbij loopt, is daar allang niks persoonlijks meer aan.

Het is ook afgezaagd (zonder dat daar zelfs maar een werklied aan te pas komt).

Maar het ligt niet alleen aan het medium.

Zo zag ik online een advertentie voor een SaaS-product: “Automate and scale your LinkedIn outreach through AI-powered personalization with Prosp”

Oh, the irony, dacht ik in het Engels… personalisering met AI. Misschien bedoel je micro-targeting die zo specifiek is dat het onpersoonlijk wordt.

Dat is net zoiets als wanneer een onbekende mij in een DM aanspreekt met “How's it going, Jos…” Ik haak bij zo'n hyperpersonalisatie meteen af.

Ik blokkeer de afzender.

Of stap op een werklied af om een irritante vraag te stellen.

Vorige
Vorige

Rij jij of rijk ik?

Volgende
Volgende

Schapen tellen op Teletekst