Taalonzin en Bart Chabot

Bart Chabot, Screenshot YouTubevideo, 40ste Nacht van de poëzie

Zo’n 35 jaar geleden had ik het genoegen het boek Opperlandse Taal- en Letterkunde in mijn hand te houden. Het boek ging over taalgrappen en bijzonderheden. Dag Nederlandse Letterkunde. Hallo taalonzin en woordplezier.

Maar hoe raar taal in een boek ook kan zijn, in werkelijkheid is taal is altijd nog vreemder. Het slaat je onverwacht in je gezicht. Je zou bijna denken dat er iets als voorzienigheid bestaat, maar dan als persiflage. Een onzichtbare joker ver weg in het universum die taalgrappen met ons uithaalt en dan zit te grinniken om de effecten.

Zo is de naam Kruidvat erg toepasselijk voor de bekende winkelketen. Niet omdat je er veel kruiden kunt vinden. Maar omdat in de tijd dat mijn dochter er werkte elke maandag een paar pallets binnenkwamen die hun weg moesten vinden naar de al veel te nauwe en overvolle gangpaden van de winkel. Een ware explosie van goederen en mensenlichamen. En het gewone werk ging door. Een waar kruitvat (t). Mijn dochter is er huilend weggegaan.

Zo spatte mijn hoofd bijna uit elkaar toen Amerika een president kreeg met bijna dezelfde naam als de toenmalige aartsvijand van het land. Een verschil van B en S (BS): Obama zou Osama te grazen nemen. Aldus geschiedde.

Nog een: Op dit moment is België is rep en roer vanwege nieuwe onthullingen op het gebied van misbruik in de Rooms-katholieke Kerk. Er was al veel bekend, maar de onthullingen gaan maar door. Velen zeggen hun lidmaatschap op. Begrijpelijk. Want een Kerk die beweerde Gods genade te brengen, bracht misbruik en geweld. Hoe toevallig is het dan dat de voorzitter van regeringspartij Open VLD die de onderste steen boven wil hebben, Tom Ongena heet. Zoiets bedenk je niet.

Vorige week vernam ik dat chabots het boekenweekgeschenk gaan schrijven. Ik kon mijn ogen niet geloven en klikte op het artikel. Ik vermoedde een spellingsfout. Moest vast chatbots zijn. Een nieuw experiment. Waar gaat dat heen met het schrijven, dacht ik. Maar nee, het was Bart Chabot, de dichter, samen met zijn familie.

Dan knapt er toch iets in je hoofd. Alsof pa en ma Chabot in de jaren 50 hun pasgeboren jongen in de wieg legden en zeiden: ‘We noemen je Bart want straks als jouw kinderen net zo groot zijn als wij nu, zullen er computers zijn die zelf kunnen denken, spreken en schrijven. En een van hen zal Bard heten. Chatbot Bard. En dan ben jij Bart Chabot. Wel schrijver worden, hè.

Maar soms doen mensen het ook zelf. Ik herinner me nog dat ik als kind achter in de auto zat bij mijn ouders. We reden door schaars verlichte straten langs een drukkerij. En toen zagen ze het: ‘Hé, kijk…. haha, moet je eens kijken hoe deze drukker heet: ‘Drukkerij de Hoop’.

Vorige
Vorige

Wil jij een boek schrijven? Vooral niet doen!

Volgende
Volgende

Summer hits