Zijn we op drift naar een totalitaire staat?

Ik kwam pasgeleden een indringende quote van George Orwell tegen. Als mensen niet goed kunnen schrijven, kunnen ze niet goed denken en als ze niet goed kunnen denken, zullen anderen dat voor hen doen, schreef Orwell in “Politics and the English Language” in 1946, twee jaar voor hij zijn beroemde boek “1984” schreef.

Indringend, want als het waar is, zijn schrijven (en nadenken) wel tien keer belangrijker dan we denken. Indringend, want ik ben schrijver en als schrijver heb ik dus een verantwoordelijkheid.

Een bevolking op drift

Er zijn tekenen dat de uitspraak van Orwell zich profetisch aan het vervullen is in onze tijd. In het Westen is het populistische beest zich weer aan het roeren. Het werkt tegenwoordig weer om voor microfoons te roepen dat er minder Marokkanen moeten zijn in Nederland en dat de overheid de coronapandemie aangrijpt om de bevolking onder controle te krijgen. Ministers krijgen te horen dat hen een tribunaal wacht, terwijl hun collega’s met lede ogen toezien hoe een boerenopstand, aangewakkerd door de opportunistische politieke tegenstander, steeds gewelddadiger wordt.

Verbazing om de mensen die zich populistisch gedragen, maar ook verbazing om de grote hoeveelheden mensen die zich achter hun boodschap scharen. Al sinds Pim Fortuin Ad Melkert op tv in de zeik zette, zijn Nederlanders aan het verhuizen van het links dat opkomt voor de arbeidersklasse naar het rechts dat vooral hard om zondebokken roept. Mensen zijn op drift en weten niet echt waarom en nog minder waar naar toe.

Amerika in nood

In Amerika, het land waar alles buitensporiger en extremer is en waar problemen die overal ter wereld bestaan een uitvergroot leven leiden, is een extreme polarisatie ontstaan tussen de aartsrechtse Republikeinse partij en de gematigd rechtse Democraten. De polarisatie is ontstaan te midden van de debatten rondom het openstellen van publieke toiletten voor transgenders en de strijd om een einde te maken aan politiegeweld tegen zwarten in de jaren 2014-16.

Trump werd de katalysator voor een nieuw zelfbewustzijn bij rechts waarin religieus gemotiveerde fundamentalisten, racistische blanken en corporate Amerika de handen ineensloegen om een denkbeeldige Amerika van weleer in oude glorie te herstellen. Een op drift geslagen bevolking had een nieuw verhaal omarmd dat gepredikt werd door presidentskandidaat die met grote woorden en halve zinnen haat jegens minderheden aanwakkerde.

Amerika krijgt eindelijk de rekening gepresenteerd van een clusterfuck aan problemen. De verspreiding van desinformatie via sociale media heeft geleid tot een boze massa die in samenzweringstheorieën gelooft en het oor te luisteren legt bij elk gerucht. Hoe ‘raarder hoe waarder’. Rechtse media wakkeren het vuur aan met valse of half-ware informatie.

Ook het onderwijs in Amerika laat veel te wensen over. Of het nu gaat om het uitkleden van het publieke onderwijs door de Trump administratie, de bekrompenheid van de homescholing beweging of het stelselmatig uithollen door de economisering van het onderwijs waarbij universiteiten en colleges alleen kunnen overleven als hun school volgens een verdienmodel opereert, het gaat niet goed met het onderwijs in Amerika. Mensen weten óf te weinig óf dingen die maar half kloppen.

De echte vijand van de gewone man en vrouw, het grote kapitaal dat geld als stofzuigers opzuigt en oppot, blijft buiten beeld en buiten schot. Buiten beeld omdat het ontwrichtende door de Republikeinen ondersteunde Trumpiaanse narratief andere zondebokken aanwijst zoals immigranten, lgbt-agenda, BLM en critical race theorie. Buiten schot, omdat Amerika blind is voor de gevaren van het ongeremde kapitalisme en Trump het bedrijfsleven een absurde belastingverlaging gaf die de eigenlijke bevolking niet ten goede kwam.

Het grote verhaal kwijt

Wie weinig of niets weet, is voor een begrip van de wereld afhankelijk van anderen. Zulke mensen kunnen makkelijk op drift raken. Door bedreigingen in de wereld die als huizenhoge golven op hen afkomen zwalken ze heen en weer. En zo kunnen ze makkelijk gemanipuleerd worden. Als grootmacht wil je liever niet dat veel van je burgers weinig weten omdat het een ondergraving betekent van het democratische proces. De massa kiest dan zonder het te weten voor haar eigen ondergang.

Omdat het grote verhaal ontbreekt, geven mensen zich over aan de stemmen die hard roepen dat ze alles snel even in orde zullen maken. En dat soort stemmen zijn op hun beurt populistisch en opportunistisch, want anders zouden ze geen quick fix beloven. Of misschien moeten we zeggen dat het verhaal niet ontbreekt, maar dat het gevestigde standaardverhaal niet langer vertrouwen inboezemt. Er ís wel een groter verhaal maar dat verhaal strekt niet langer tot welzijn van de gewone burger.

In Amerika is dat het verhaal van de grote machtige bedrijven. De Amerikaanse droom wordt gepresenteerd als beschikbaar voor de gewone man. Maar in de praktijk komt die droom neer op een overheid die de kapitalistische elite beschermt met belastingverlagingen of door geld te dumpen in de grote spelers tijdens een crisis om ze overeind te houden.

In Nederland is dit verhaal het samengaan van burgerlijk links en rechts in een poldermodel dat geen huisvredebreuk toestaat. Maar ondertussen volgt het gewoon al meer dan 10 jaar de neoliberale lijn en laat de overheid steeds meer problemen half of helemaal uit de hand lopen. Decentraliseren en pas met halfbakken technocratische oplossingen komen als het fout gaat, schijnt het devies te zijn.

Mensen voelen diep van binnen dat ze de grip op de narratief van hun bestaan kwijt zijn. Ze voelen het aan. Ik zeg doelbewust niet: ‘ze weten’ of ‘ze denken’. Want dat is wat Orwell met zijn uitspraak bedoelt: mensen worden wel onrustig, maar zijn niet in staat te articuleren waarom het fout gaat en wat de oorzaken zijn. Daarom stemmen ze op Trump die juist het probleem in plaats van de oplossing is. Daarom heeft het Forum voor Democratie miljoenen views van hun YouTube filmpjes terwijl de andere partijen vrijwel niet gehoord of gezien worden.

De psychologie van het totalitarisme

Mensen zijn op drift geraakt en daarmee ontstaat een gevaarlijke situatie. Door een gebrek aan krachtdadig optreden, goed anticiperen, rechtvaardig beleid voeren, etc., zijn grote groepen mensen het vertrouwen in de overheid kwijt aan het raken en bezig van die overheid te vervreemden.

Hoe gevaarlijk dit is, kunnen we lezen in “De psychologie van totalitarisme”, van de Vlaamse schrijver Mattias Desmet. Volgens hem is er een erosie van de privacy aan de gang met een daarmee gepaard gaand verlies van de grip van de overheid op de samenleving. Deze trend is in gang gezet door een algemeen besef bij zowel overheid als burgerij dat er problemen zijn die niet langer met de gangbare middelen opgelost kunnen worden.

Denk dan voor die problemen aan de dreiging die ruim 10 jaar geleden uitging van 9/11 en meer recent de klimaatverandering, de coronacrisis, en nu, sinds de oorlog in Oekraïne, het energievraagstuk. Het zijn allemaal crisissen die opstapelen en elkaar versterken. Desmet schrijft in zijn inleiding:

Het initiatief kwam daarbij niet alleen vanuit de overheid. Met de opkomst van de woke-cultuur en de klimaatbeweging steeg de roep naar een nieuwe, hyperstrenge overheid ook uit de bevolking zelf op. Terroristen, klimaatveranderingen, heteroseksuele mannen en later ook virussen waren te gevaarlijk om met de ouderwetse middelen aan te pakken.

Volgens hem doemt het monster van een totalitaire staat aan de horizon op zoals beschreven door Hannah Arendt waarin de leiders geen dictators zijn maar efficiënte technocraten. Desmet onderzoekt in zijn boek het verschil tussen de dictaturen van de 19de eeuw en daarvoor en de totalitaire regimes van de twintigste eeuw en daarna.

Het verschil zit hem volgens Desmet in de psychologische kenmerken van de massa. De dictatuur is volgens Desmet gebaseerd op de angst voor de dictatoriale overheid terwijl totalitaire staten het moeten hebben van ‘het ontzagwekkende psychologische proces van massavorming’. Volgens Desmet is ‘massavorming in wezen een vorm van groepshypnose die individuen van elk vermogen tot kritische afstandsname en ethisch besef berooft’.

In dit proces offeren individuen hun persoonlijke belangen op voor het gemene goed van de massa en is er een sterke intolerantie voor minderheden en gemarginaliseerde groepen.

Waar het mij om gaat in dit verontrustende boek is hoe mensen op drift raken. En dat ze op drift raken omdat ze, met de woorden van Desmet, ‘het onderscheid tussen feit en fictie en het onderscheid tussen waar en vals’ niet meer kunnen onderscheiden. Mensen zijn het onderscheidingsvermogen kwijt door een opeenstapeling van onbeheersbare problemen in de wereld en het verlies van de narratief van waar het leven over gaat. Ook is er een beschadigd vertrouwen in een overheid die niet goed voor de burgers zorgt door te laat te reageren met te weinig adequate maatregelen.

De communicatiekaste

Dit brengt mij bij een essay dat een paar weken geleden in De Groene Amsterdammer verscheen onder de titel ‘Politiek voor de kwetsbaren’ (27 juli 2022, nr. 30). Twee schrijvers die regelmatig bijdragen aan het blad, Ewald Engelen en Thijs Kleinpaste, zijn in het essay in gesprek over het probleem dat een elite zo makkelijk een belangrijk debat over sociale rechtvaardigheid kan gijzelen om er vervolgens voor te zorgen dat er geen verandering komt.

Ook hier weer een elite die zichzelf rijk rekent met mooie praatjes over rechtvaardigheid, maar uiteindelijk vooral zichzelf en het eigen hachje beschermt. Op een gegeven moment schrijft Kleinpaste iets over de mensen die in marketingcommunicatie werkzaam zijn. Toen ik het las, voelde ik me als door een wesp gestoken:

Het is een kaste die bestaat uit de rijkelijk beloonde uitvoerders van de wereld die door die kapitalistische orde wordt geschapen: de managers, de maatschappelijk ondernemers, de communicatietypes, de directieleden van de culturele instellingen, de politieke bestuursbaasjes. Hun cultureel kapitaal maakt ze betrouwbare adjudanten van het echte kapitaal. Ze verkopen weliswaar hun arbeid, maar ze hebben voor zichzelf een reeks eigenschappen gecultiveerd die ze in maatschappelijk opzicht aan de andere kant van de klassenkloof plaatst.

Dat zijn natuurlijk geen aardige woorden. Wij creators en managers worden hier afgeschilderd als vette profiteurs van het kapitalisme. Wij helpen de elite hun grip op de consument te behouden en te versterken. Hoe? Door ze misleiden met mooie woorden. Door voor de massa te denken omdat die het zelf niet meer kan.

Het is wat te scherp gezegd van Kleinpaste en ik wil niet echt diep ingaan op zijn argumenten, maar de uitdaging is er wel. Gaan wij onze talenten alleen maar gebruiken om de kas van de elite te spekken? Marketingcommunicatie is aan de ene kant een nuttige bezigheid. Bedrijven mogen hun best doen om goed te communiceren. Maar marketingcommunicatie, waar copywriters bij horen, is ook een symptoom van een zieke maatschappij waarin een onwetende massa (want wat zijn consumenten anders?) de speelbal is van de marketeers die voor hen denken omdat ze het goed weten te vertellen.

Marketingcommunicatie kan zo ongewild en onbedoeld bijdragen aan dat proces van vervreemding door nepverhalen te vertellen over een consumentenparadijs wat niet bestaat. Wij kunnen ongewild de massa helpen op drift te raken.

De uitdaging voor schrijvers

Ik kom weer terug bij Orwells uitspraak: Als mensen niet goed kunnen schrijven, kunnen ze niet goed denken en als ze niet goed kunnen denken, zullen anderen dat voor hen doen. Ik heb aan de hand van een verwijzing naar Desmets boek laten zien wat de consequenties zijn van een bevolking die het grote verhaal kwijt is. Totalitarisme ligt op de loer.

Schrijvers hebben een verantwoordelijkheid juist omdat ze kunnen schrijven. Zij zijn staat het verhaal te ontleden en in tekst te vatten. Daarom zijn zij ook in staat te zien dat de neoliberale narratief niet heilzaam is voor deze wereld en dat we dringend veranderingen nodig hebben. Om de planeet te redden én om mensen hoop te bieden die meer zoden aan de dijk zet dan de populistische onzin waar ze nu achteraan rennen.

Aan ons is de taak om na te denken en te duiden en om vervolgens een bijdrage te leveren aan het publieke debat. We moeten de overheid herinneren aan haar taak om er vooral voor de burgers te zijn. De overheid moet de moed hebben om knopen door te hakken en bovenop de hete hangijzers te zitten. We moeten de gewone mensen helpen weer een positief verhaal te weven over wat het betekent om mens te zijn en hoe onze toekomst er uit mag zien.

De tijd dringt. De problemen stapelen zich op en worden groter. Voor je het weet worden ze onbeheersbaar en wordt een teugelloze massa in de armen gedreven van of een totalitaristische staat of in de armen van de populisten die uiteindelijk ook vervallen tot totalitarisme. Een andere uitkomst is er niet. Er is slechts een dunne lijn tussen vrede en chaos, grote verhalen die welzijn bevorderen en grote verhalen die over ons heersen. Laten we met woorden een hoge muur opwerpen tegen een totalitaristische toekomst en een andere horizon schilderen waarin hoop concreet zichtbaar wordt.


Meld je ook aan voor de maandelijkse nieuwsbrief van Zekyr Copywriting voor meer content over de communicerende mens. Ik werk vanuit een duidelijke visie die de copywriter als het brandpunt van de communicatie ziet. Ik heb ook ideeën over hoe de wereld anders kan en zou moeten. Als je op zoek bent naar een schrijver die jouw merk laat groeien met woorden, neem dan zeker even contact op met Zekyr.


Vorige
Vorige

De ter-apeling van Nederland: wanneer problemen onbeheersbaar worden.

Volgende
Volgende

Hoe een proefschrift mij hielp om een copywriter te worden