De zingever

Suzy Hazelwood, Pexels

Een schrijver had een slogan om zijn werk aan te prijzen: ‘Ik geef er woorden aan’.

Meer kan je niet zeggen, vond hij. Want ‘er’ wordt pas iets wanneer het woorden krijgt.

Maar toen gebeurde iets raars.

Een vrouw vroeg: ‘Kun je woorden geven aan mijn gevoel van heimwee aan die goede oude tijd?’ De schrijver zei: ‘Dan heb ik wel wat meer informatie nodig.’ De vrouw vertelde aan de schrijver hoe het vroeger was in haar stad. Zij vertelde van de kerk die stond waar nu een parkeerplaats is, over de geschiedenis en hoe het stadsleven midden 20ste eeuw was. En nog veel meer.

Na alles aangehoord te hebben zei de schrijver terneergeslagen: ‘Oké, je hebt alle woorden eigenlijk al. Wat kan ik er nog aan toevoegen? Niets eigenlijk. Nostalgie is nostalgie.’

De vrouw was teleurgesteld. En de schrijver stond met zijn mond vol tanden.

Hij besefte ineens dat schrijvers nergens woorden aan geven, hoewel ze heus wel iets kunnen verwoorden. Maar dat laatste doen ze met de woorden die er al zijn. Ze pakken de hele berg woorden die er is en maken er iets moois van.

De schrijver dacht er diep over na. ‘Ik geef er woorden aan’, is geen goede slogan, dacht hij. En toen wist hij het.

Hij zocht de vrouw weer op en zei: ‘Ik heb de oplossing. Al die woorden van jou. Ik weet wat ik er mee moet. Als schrijver geef ik geen woorden aan jouw verhaal, ik geef er zinnen aan. Een heleboel eigenlijk. En daar heb ik jouw woorden voor nodig’.

De vrouw was helemaal opgelucht. Ze gaf de schrijver alle woorden die gingen over haar stad en ze merkte dat ze ineens een stuk lichter liep. En dat terwijl de schrijver er nog niet eens zinnen van had gemaakt. Maar ze wist dat het goed zou komen.

En het kwam goed. De schrijver ging aan de slag. Dag en nacht was hij in de weer om mooie zinnen te smeden van de woorden die de vrouw hem gegeven had. En soms plakte hij er een woordje uit zijn eigen voorraad bij. Omdat het paste. Omdat het zo mooier klonk.

Na een paar dagen was hij klaar en ging hij met de zinnen die hij had gemaakt op weg naar de vrouw. Hij had ze netjes gebundeld en ingepakt. Met een strik erom. Zo trots was hij.

De vrouw was verrast en vond het erg spannend om het hele pakket open te maken. Voorzichtig haalde ze de plakband eraf en trok ze de strik los en toen waren ze daar: de zinnen die de schrijver van haar woorden had gemaakt. En ze stonden nog in de juiste volgorde ook.

Blij liep ze weg met het verhaal over haar stad en ze liet het iedereen lezen.

En de schrijver, ook blij, had een ingeving. Hij pakte het woord ingeving en zette er een z voor. ‘Zo,’ zei hij, ‘voortaan doe ik aan zingeving’.

Want vele zinnen die samen zinvol zijn geven betekenis aan het leven.

De schrijver was een zingever.

Volgende
Volgende

‘Ik zie geen verschil tussen jouw en mijn teksten’